Een tweede bericht uit Lesbos
Herinnering 1922-2022
Honderd jaar zijn verstreken sinds de Grieks-Turkse oorlog. Honderd jaar geleden staken vluchtelingen en migranten over van Klein-Azië naar Mytilene om dood en gevaar te ontvluchten. Geschiedenis en het geheugen herinneren zich deze gebeurtenissen levendig en proberen ze levend te houden.
Aan het begin van het nieuwe jaar - 2022 - zijn er in de stad Mytilene wekelijks politieke manifestaties, concerten en verschillende culturele evenementen om dit 'eeuwfeest' te gedenken. Het is heel belangrijk om zulke gebeurtenissen en onze geschiedenis niet te vergeten, omdat ze ons definiëren; als cultuur, als samenleving en vooral als individuen. Maar herinneren we ons uiteindelijk allemaal die gebeurtenissen en geschiedenis, of hebben sommige mensen een selectief geheugen?
2015 - heden: we weten allemaal hoezeer deze periode is gestigmatiseerd en hoe significant ze was. Zeven jaar lang gingen mensen op weg, op zoek naar een betere toekomst, net zoals ze in 1922 op weg gingen. Dood, pijn, diep leed en verdriet - aan zulke gevoelens denk ik nu. Tekens in muren gekrast, verbrande documenten, tenten en ijzeren tralies geven een beeld van de sporen die zijn achtergelaten door deze mensen in provisorische en officiële gevangenissen, zoals het uitgebrande kamp Moria en het nu verlaten kamp Kara Tepe.
Maar er is een andere pagina waarop hun dagelijkse leven van toen is vastgelegd. Ik vond kinderspeelgoed, viltstiften, vorken en lepels, papieren met getallen en woorden in het Grieks en Engels en nog meer, en liet het allemaal tot me doordringen. Ik wilde alle informatie en beelden van deze voorwerpen opslaan en alles in me naar boven halen waar ik samen met deze mensen doorheen was gegaan. Ik herinner me één voor één alle dagen die ik in deze beide kampen heb doorgebracht. Mensen die komen en gaan, woorden van vreugde en verdriet, gedeelde lunches, de lessen Grieks die ik gaf terwijl zij probeerden me Farsi te leren, en eindeloze uren van spelletjes doen - dat zal ik me altijd herinneren. Want ik heb absoluut niets van het Farsi onthouden, terwijl mijn vrienden nu vloeiend Grieks spreken. Ik zal altijd terug denken aan die keren dat we samen zaten te eten en zij vroegen of ik mijn pittig gekruid wilde. Mijn antwoord was altijd 'Nee' en het was altijd pittig. We weten allemaal dat er in de oosterse keuken nooit sprake is van matig gebruik van specerijen, zo gaat altijd maar door en ik vind dat heerlijk.
Dit zijn maar een paar herinneringen die bij me naar boven komen en op een namiddag in augustus schrijf ik ze hier op. Ik weet dat als ik ga zitten, ga nadenken en ze opsom, dat er nog zoveel meer zijn. En ik weet ook dat als ik een paar van mijn vrienden uit Syrië, Afghanistan, Irak of van waar dan ook weer ontmoet, dat we dan uren kunnen vertellen en dat het ochtendgloren ons rond te tafel zal aantreffen, pratend en aandachtig naar elkaar luisterend.
Op deze plekken zijn zoveel bewijzen te vinden van het leven dat hier werd geleefd, dat het me verbaast dat er zoveel mensen zijn die ze willen begraven en vergeten. Tussen 2015 en nu heeft de vluchtelingencrisis Lesbos en de eilandbewoners gedefinieerd en gemarkeerd. De crisis heeft banden van solidariteit gesmeed tussen mensen die elkaar nooit eerder hadden gezien, heeft relaties en gebeurtenissen gecreëerd; het was een plek van weerstand bieden en overleven. Deze momenten kunnen niet zo gemakkelijk worden vergeten, hoe hard ze ook proberen dat te bewerkstelligen. Het is aan ons om de herinnering levend te houden en te vechten tegen ondrukking in de wereld. Het belangrijkst zijn voor mij de relaties die we met elkaar hebben, ongeacht kleur, ras of etniciteit. Ik zal er elke dag zijn en er zijn voor iedereen die het nodig heeft, als het makkelijk is en als het moeilijk is, in goede en in slechte tijden.
Het is de herinnering die ons vormt en die zullen we niet laten vervagen.
In de komende jaren ...