Overzicht van internationale bombardementen op Koerdistan 2017 - 2019

Introductie

Het team in Koerdistan doet verslag van meerdere bombardementen door het Turkse en Iraanse leger gericht op families en dorpen in het grensgebied van Iraaks Koerdistan met Turkije en Iran. De bombardementen zijn in het afgelopen jaar geescaleerd, met meerdere burgerdoden en gewonden tot gevolg, sommigen opzettelijk. CPT en haar partners roepen de regeringen van Turkije, Iran, Irak en Koerdistan, tezamen met gewapende groepen in de regio op om vredesbesprekingen te starten om het geweld in de regio te beëindigen.

Gelocaliseerd in het noorden van Irak, vormt Iraaks Koerdistan een autonome regio die grenst aan Turkije in het noorden, Iran in het oosten en Syrië in het westen.

30 jaar lang bombardeerden de Turkije en Iran de grensregio, gericht op het aanvallen van meerdere gewapende groeperingen die opereren vanuit Iraaks Koerdistan. Groepen als de PKK en de KDP-I zeggen ontstaan te zijn uit de strijd voor zelfbestuur en tegen de marginalisatie en onderdrukking van de Koerden in Turkije en Iran.

Gewapende conflicten en de constante bombardementen in Iraaks Koerdistan hebben grote impact op het leven van lokale dorpelingen en gemeenschappen van migranten in de regio. Decennia van oorlog blijven burgerslachtoffers maken en leiden tot verlies van vee.

Doden en gewonden

Turkse en Iraanse bombardementen hebben aan vele mensen in Iraaks Koerdistan het leven gekost. Ondanks dat de Turkse en Iraanse regeringen ontkennen dat de aanvallen op de burgerbevolking zijn gericht, heeft CPT-Koerdistan een aantal gevallen gedocumenteerd waarin dat aantoonbaar onjuist is. Vanaf 2018 nemen de Turkse en Iraanse bombardementen toe, net als het aantal burgerdoden.

Op 28 juni 2018 viel het Turkse leger dorpelingen en hun kinderen aan in de buurt van het dorp Halania. Binnen het zicht van een militaire basis binnen Iraaks Koerdistan schoot het Turkse leger op families die bezig waren met de notenoogst. Hierbij kwam een tiener om het leven. Dunya Rasheed was slechts 19 jaar oud, en stond te midden van een groep kinderen toen het Turkse leger een mortier gericht op deze groep afschoot. Ze was op slag dood. Dorpelingen verklaren dat daarna Turkse soldaten de basis uitkwamen, de huls van de mortier die Dunya had gedood meenamen, en de getuigen instrueerden om te zeggen dat ze op een landmijn was gestapt.

Dunya Rasheed en de mortier die haar doodde

Dunya Rasheed en de mortier die haar doodde

In het gebied rondom Ranya vonden vergelijkbare Turkse luchtaanvallen plaats, waarbij vier vrienden en familieleden omkwamen: Bezhan Mustafa, Muhammad Ismail, Darbas Muhammed en Sharo Mahmood. De mannen vierden Newroz, het Koerdische Nieuwjaar in de lente, bij hun zomerhuis in het dorp Ballayan Sarkan. Om kwart over één ’s nachts, op 22 maart 2018 bombardeerde een Turks gevechtsvliegtuig het huis, waardoor de vier jonge mannen omkwamen.

Op 23 januari 2019 bombardeerden Turkse vliegtuigen de omgeving van de berg Matin, in het district Deraluk. Dit bombardement duurde meer dan een uur, en er kwamen vier dorpelingen om. Daarnaast raakten twee burgers vermist, van wie de familie nog steeds in onzekerheid verblijft over hun lot.


Incidenten waarbij families in auto’s geraakt werden door gerichte bombardementen

Abdullah Aali Mina met dochter Kurdistan en zoon Haryad

Abdullah Aali Mina met dochter Kurdistan en zoon Haryad

Op 27 juni 2019 schoot het Turkse leger een raket af richting de auto van Abdullah Aali Mina, waarbij hij, zijn dochter Kurdistan en zijn 17-jarige zoon Haryad om het leven kwamen. Vijf andere familieleden raakten gewond door de inslag, waaronder zijn vrouw. De familie was onderweg naar huis na een dagje uit naar het dorp Ashqolka. In eerste instantie werd gerapporteerd dat er een PKK-voertuig in de buurt zou zijn geweest en dat het Turkse leger op beide auto’s schoot.

Himda’at Othman met zijn zoontje

Himda’at Othman met zijn zoontje

Op 13 november 2017 kwam Himda’at Othman om bij Turkse bombardementen terwijl hij onderweg naar huis was in het dorp Barmiza, kilometers verwijderd van gewapende groeperingen. Himda’at was begin 20, en laat zijn ouders, vrouw en babyzoontje achter.


Legers en bezetting

Turkije en Iran hebben beide een aantal militaire bases langs de grens met Koerdistan gecreërd om de gewapende groepen in de regio te beschieten. Daarnaast heeft het Turkse leger bases gecreërd die tientallen kilometers binnen Iraaks Koerdistan liggen. Bronnen vertellen Christian Peacemaker Teams dat hierdoor meer dan 110 dorpen in Iraaks Koerdistan worden geraakt. Dorpelingen en boeren verklaren dat het hen onmogelijk wordt gemaakt om hun land te bereiken vanwege de gewapende Turkse aanwezigheid. Een partner beschrijft zijn dorp als een gevangenis en voegt daaraan toe “We kunnen niet voor ons land of onze dieren zorgen, we kunnen er niet eens naartoe.” Daarnaast worden de dorpelingen regelmatig opgeschrikt door artillerie en mortiervuur vanuit de bases.

De aanwezigheid van Turkse bases dichtbij de dorpen heeft het conflict met de PKK dichterbij de burgerbevolking gebracht. Op 7 juni 2019 braken gevechten uit tussen de PKK en de Turkse soldaten die nabij het dorp Zakho gelegerd waren. Het Turkse leger reageerde door vliegtuigen en drones in te zetten om het omliggende gebied te bombarderen. Een van de bommen raakte een familie die het gebied ontvluchtte en dodelijke bomscherven vlogen rond nabij Zakho. De klap was zo hard dat ramen in nabijgelegen dorpen sneuvelden.


Vluchtelingen

Telefoon met screenshot van bombardement in de bergen Koerdistan

Zolang de bombardementen door Turkije en Iran doorgaan raken steeds meer families ontheemd. Dit duurt soms tientallen jaren of hele generaties. Omdat de regionale Koerdische regering niet alle ontheemden registreert is de mondelinge overlevering van de vlucht van sommige families het enige bewijs dat hiervan bestaat.

De hevige Iraanse bombardementen in Sidakan die plaatsvonden in juni 2019 maakten het voor een aantal families noodzakelijk te vertrekken. Turkse luchtaanvallen in Sherwan Mazin hebben en voor gezorgd dat 90% van het gebied niet meer toegankelijk is.

Veel families kunnen het zich niet veroorloven het gebied te verlaten of willen op het land blijven waar hun familie al generaties verblijft. Zelfs wanneer mensen wel kunnen vertrekken en elders een nieuw bestaan opbouwen zijn ze niet veilig. Nieuw gestichte dorpen, zoals Sargali in het Amedi district, worden ook gebombardeerd waardoor burgers zelfs na hun vlucht niet van het geweld verlost zijn.


Trauma

Alle incidenten die CPT heeft geregistreerd hebben een traumatische invloed gehad op de betrokken burgers. De sterkste effecten worden waargenomen bij de families van de dodelijke slachtoffers, en kinderen die een bombardement van dichtbij hebben meegemaakt. Gevechtsvliegtuigen, drones en de nabijheid van Turkse en Iraanse legerbases maken dat veel families in constante angst leven van toekomstige incidenten.

Christian Peacemaker Teams – Koerdistan registreert deze traumatische effecten al meer dan twaalf jaar lang in het Pishdar district. Een van de dorpelingen vertelde het team dat hij genoegen zou nemen met slechts één jaar vrede in zijn leven. Hij zei dat de kinderen niet wisten hoe het leven er uit ziet zonder gevechtsvliegtuigen en ouders die zich zorgen maken of ze er de volgende ochtend nog zijn. Het niet weten wanneer de volgende aanval komt resulteert in een grote nervositeit. Meerdere dorpelingen vertellen aan CPT dat ze schrikken van het kleinste geluid omdat het wel eens een voorbode van een nieuw bombardement zou kunnen zijn.


Conclusie

Dit conflict duurt al meer dan een generatie en is daarmee het bewijs dat militaire inzet er niet in slaagt om tot duurzame vrede in de region te komen. Burgers die tussen de verschillende vuren verkeren hebben hevige verliezen geleden; de dood van hun geliefden, schade aan hun eigendommen, verlies van inkomsten en blijvende trauma’s door het aanhoudende geweld. De gerichte aanvallen op dorpen en landbouwgronden is een mensenrechtenschending en maakt een normaal leven voor burgers in het grensgebied onmogelijk. Daarnaast maakt de beperkte toegang tot landbouwgrond de al lastige financiële situatie in de regio nog penibeler.

Er is geen betrouwbaar systeem om de burgerbevolking tijdens een crisis bij te staan en er zijn geen faciliteiten om vluchtelingen te herbergen. De Koerdische regering biedt geen ondersteuning, en de internationale hulporganisaties richten al hun hulp op de slachtoffers van de oorlog met IS. Christian Peacemaker Teams roept de Koerdische regering, andere regeringen en NGO’s, lokaal en internationaal, op om deze mensen te hulp te komen en bescherming te bieden.

Dit rapport brengt duidelijk de noodzaak naar voren voor vredesbesprekingen tussen de betrokken partijen. Daarbij roept Christian Peacemaker Teams de internationale gemeenschap, en in het bijzonder landen met diplomatieke banden met de betrokken partijen, op om een klimaat te creeëren waarin deze gespekken plaats kunnen vinden.

Vorige
Vorige

De ambachtsmensen van Hebron

Volgende
Volgende

Fatale branden in Moria