Noord-Amerika: De verdragen eerbiedigen en het heilige verdedigen
Foto: fibonacci blue
Enbridge Energy, een Canadees bedrijf met kantoren in Duluth, Minnesota, en Superior, Wisconsin, exploiteert ‘s werelds langste en meest complexe transportsysteem voor ruwe olie en vloeistoffen met pijpleidingen door Noord-Amerika. Naast andere fossiele brandstoffen vervoert het teerzandolie, een van de smerigste vormen van olie, die verantwoordelijk is voor een buitengewoon hoge CO2-uitstoot, waardoor de opwarming van de aarde toeneemt en de klimaatcrisis verergert.
Het meest recente controversiële uitbreidings- en relocatieproject, Lijn 3, heeft groen licht gekregen om te beginnen met de aanleg van het nieuwste, 542 km lange segment van de pijpleiding. Delen van deze pijpleiding zullen de bovenloop van de Mississippi, ongerepte moerassen en wilde rijstvelden doorkruisen, en tevens de gebieden die door het Verdrag zijn toegewezen aan de Ojibwe Natie en de stammen van de Minnesota Chippewa. In 2018 en 2019 hebben stammen, samen met milieugroeperingen en het ministerie van handel van Minnesota, een reeks rechtszaken en beroepsprocedures aangespannen. Deze beroepen betwisten in feite de geldigheid van het hele project, maar de rechtbanken hebben de hoorzittingen pas in de zomer van 2021 gepland. Ondertussen hebben het openbare nutsbedrijven van de staat en verschillende andere agentschappen het bedrijf toegestaan om met de bouw te beginnen zonder de uitslag van het beroep af te wachten.
De bouw is begonnen op een vijftal locaties in het noorden van Minnesota. Onder inheems leiderschap is de strijd om Lijn 3 te stoppen momenteel in handen van de Waterbeschermers. Honour the Earth (Respecteer de Aarde), het Giniw Collectief, en RISE (Resilient Indigenous Sisters Engaged – Veerkrachtige Inheemse Zusters in Gevecht) leiden de strijd en hebben op drie locaties basiskampen opgericht. In samenwerking met talrijke interreligieuze groepen, milieu-organisaties en een groot aantal bondgenoten en partners, hebben ze geweldloze directe acties uitgevoerd, die gepaard gingen met een constante stroom van oproepen aan gouverneur Tim Walz en procureur-generaal Keith Ellison.
Vergelijkbaar met wat er gebeurde in Standing Rock, heeft de Enbridge Corporation een beveiligingsbedrijf ingehuurd om samen te werken met de lokale sheriff en agenten van het Department of Natural Resources Conservation (Departement voor het Behoud van Natuurlijke Rijkdommen). De autoriteiten hebben hun reactie op de geweldloze directe actie opgeschaald, met het dreigement van traangas, pepperspray en rubberkogels, terwijl in de omliggende plaatsen tanks zijn gestationeerd. De Waterbeschermers zijn beschuldigd van het vernietigen van eigendommen, hoewel er geen bewijs is om deze beweringen te staven. De toegenomen aanwezigheid van politie en de escalatie van veiligheidstactieken zijn bedoeld om de gevolgen van geweldloos verzet en de inspanningen om het verdragsrecht te verdedigen, te onderdrukken.
Er wordt verwacht dat de bouw de komende zes tot negen maanden zal worden voortgezet, tenzij de gouverneur en de procureur-generaal van Minnesota de bouw stilzetten totdat de talrijke beroepen voor de rechtbank zijn behandeld. Het voornemen is om gedurende die tijd het verzet tegen de bouw ook te laten voortduren.