Micoahumado
Door: Juliane Assman
Het is een bewolkte dag eind mei. Mijn rug beukt herhaaldelijk tegen de houten spijlen van de pick-up truck die ons meeneemt over de hobbelige weg naar de bergen van Micoahumado. Ik moet nog leren dat je minder blauwe plekken krijgt als je ontspannener zit. Links van mij kletst een van de bewoners met mijn teamgenoot, hij komt oncomfortabel dicht bij me. Ik schuif en stukje naar rechts, maar kom niet ver omdat daar een jonge man zit. Na een minuut of tien besluit ik er toch maar iets van te zeggen en vraag de man iets naar links te schuiven. Dit doet hij, maar niet zonder mopperen.
Een gesprek over mannelijk privilege en seksistische dynamieken is echter niet het doel van deze 10 uur durende reis. We zijn op weg om een gemeenschap bij te staan die zichzelf 15 jaar geleden uitriep tot vredesdorp en een geheel eigen proces van onderhandelingen met de paramilitairen en de ELN aanging. Tot begin dit jaar had Micoahumado overeenkomsten met alle gewapende groeperingen dat niemand het dorp gewapend binnen mocht komen, een voorbeeld voor plaatsen in de wijde omtrek.
Maar dit jaar is het dorp letterlijk onder vuur komen te liggen. Drie mannen zijn vermoord. Wilmar Carvajalino was onderweg naar huis met voorraden voor de plaatselijke winkel. Op 10 maart werd hij 15 keer in het gezicht geschoten. Dit gebeurde slechts twee dagen nadat een van de kandidaten voor de gemeenteraad Belisario Arciniégas García, weggevoerd werd van zijn vrouw en neergeschoten was. Het derde slachtoffer was een voetballende tiener. Het leger verklaarde hierover dat guerrillastrijders van de ELN zich bij het voetbalveld ophielden en de strijd met hen aangingen. De jonge man zou geraakt zijn door de beschietingen over en weer. De lezing vanuit de gemeenschap is anders. Eerder op de dag zouden er inderdaad ELN strijders in de buurt zijn geweest, maar toen de schoten werden afgevuurd die deze jonge man doodden, waren er geen guerrillastrijders te bekennen.
Wij staan de gemeenschap de komende twee dagen bij, in afwachting van een commissie van Colombiaanse sociale- en mensenrechtenorganisaties die de verhalen, zorgen en vragen van de gemeenschap komen opnemen. Voordat de commissie aankomt eten en praten we met de familie van Pablo Santiago, een van de leiders van Micoahumado. We lopen naar zijn boerderij – op dat moment laat de veiligheid het toe – en maken kennis met een Venezolaanse familie aan wij hij tijdelijk onderdak verschaft. Hoewel de ELN rond het jaar 2000 de landmijnen heeft verwijderd naar aanleiding van de onderhandelingen met de gemeenschap, blijft het belangrijk om op de paden te blijven. Arizolina Rodriguez , een van de sociale leiders, vertelt dat in de afgelopen jaren een stuk of 5 koeien op landmijnen zijn gaan staan en dat een boer een oog en een been verloren is.
We bezoeken nog een sociale leider, en oude vriend van het team, Juan Bautista Colorado, die ons vertelt over de dreiging van het leven tussen de gewapende partijen. De inwoners hebben te vezen van de ELN en van het Colombiaanse leger, die hun strijd midden in het dorp uitvechten, zoals gebeurde op twee februari van dit jaar. Deze dreiging maakt het voor boeren onmogelijk om hun boerderijen te bereiken en hun land te bewerken om de gemeenschap van voedsel te voorzien. Na februari is de economie met 80% gedaald. Dit in een gebied waar het voor veel gezinnen zelfs met een functionerende economie al moeilijk genoeg is om rond te komen.
De mensen hebben het meeste last van dagelijkse kleine uitingen van onderdrukking. Legerpatrouilles door het dorp, waarbij huizen en mensen gefotografeerd worden, het binnendringen van scholen waarbij de leraren gevraagd wordt meisjes aan te wijzen om klusjes op te knappen, de alomtegenwoordige wapens, de sporadische bezoeken van ELN-leden, die vrouwen zoeken, water claimen en bij willekeurige huizen gebruik maken van de sanitaire faciliteiten, en de dodenlijst van de ELN waar naar verluidt zo’n 20 namen op staan.
Zelfs voor kinderen is het niet mogelijk om zich buiten de strijd te houden; soldaten bieden snoep aan in ruil voor informatie, waarmee ze hun onder de Geneefse conventie vastgelegde recht schenden om kinderen buiten het conflict te houden, in plaats van hen te gebruiken als informant. Wanneer in of vlakbij het dorp strijd wordt gevoerd is het doorgaans onmogelijk om de scholen te bereiken. Arizolina benadrukt hoe de kinderen onder de situatie leiden, hoe alleen al de dagelijkse patrouilles ontzettend intimiderend voor hen zijn. Ze ziet de effecten bij haar eigen drie kinderen en vooral haar drie kleinkinderen.
Half juli wordt bekendgemaakt dat het leger negen bewoners van Micoahumado heeft meegenomen. Ze worden onder andere beschuldigd van rebellie, in andere woorden, van lidmaatschap van de ELN. Toen ik las dat honderden boeren een mars organiseerden naar Morales om te protesteren tegen deze willekeur moest ik terugdenken aan mijn eigen reis over diezelfde weg. Ik herinner me dat ik zeer onder de indruk was van het landschap, de groene heuvels, het uitzicht over de delta van de Magdalena rivier en de grot waarop Arizolina en de breed zittende meneer me hadden gewezen onderweg.
Ik denk terug aan de eetkamer van Pablo en zijn vrouw Mema, behangen met foto’s van hun vijf kinderen, het slagen van school, de 15e verjaardag van de meisjes (deze wordt traditioneel erg uitbundig gevierd in de Spaanssprekende landen in Amerika), portretten en babyfoto’s. Ik herinner mijn teamgenoot die met Susana de tafels oefende. Het meisje zit in groep 4 en brengt haar jeugd door in oorlogsgebied. Ik hoop dat Susana het doorzettingsvermogen heeft om desondanks haar school af te maken. Dat zij een onvergetelijke 15e verjaardag mag vieren en niet buigt onder het trauma, de frustraties en de druk om haar gemeenschap te moeten verlaten voor een beter leven.
Onze hoop en ons doel als CPT is om Micoahumado bij te staat in de herhaling van haar immense taak om wederom een vredesproces op te starten met alle gewapende partijen. Zij zijn een voorbeeld. Als zij hier niet in slagen is dat kans groot dat de gemeenschappen die het voorbeeld van Micoahumado volgden ook terugvallen in gewelddadigheden.