Koerdistan - gedachten over de corona-lockdowns
Een Australische vriend vertelde me laatst dat er op dit moment een sterk gevoel van nostalgie rondzweeft. Terwijl de coronaviruspandemie en de lockdown voortduren, lijkt het erop dat velen van ons hier in Australië gedwongen zijn om na te denken over ons leven; één van de vele gevolgen van tijd alleen.
Degenen onder ons die dromen van een nieuwe wereld hebben een gevoel van hoop. Misschien dat al die tijd om na te denken ertoe zal leiden dat mensen de problemen in de wereld zien en positieve veranderingen voor de vrede zullen doorvoeren in hun relaties en op wereldschaal. Misschien zullen ze de ongelijkheid in het overheidsoptreden en het mondiale kapitalisme zien en aandringen op verandering. Lockdowns hebben een einde gemaakt aan wat regeringen als ‘niet-essentieel’ werk beschouwen. Hier in Australië waren dat zaken als buurtgebouwen, eetkraampjes, openbare bibliotheken en zelfs de verkoop van de straatkrant ‘Big Issue’. De overheid arresteert demonstranten en legt hun zware boetes op, zelfs als ze sociale afstand bewaren. Ondertussen houdt de regering de mijnen en het leger draaiende. Er worden nieuwe surveillance-apps geïntroduceerd en de Australische regering gaat akkoord met drieduizend Amerikaanse troepen die in Darwin aankomen, ondanks de aanhoudende hoge besmettingscijfers in de VS.
Ondertussen deed zich in Iraaks Koerdistan vrijwel dezelfde situatie voor. De regering heeft lockdowns ingesteld om de veiligheid van de burgers te garanderen, maar ze maken ook gebruik van deze crisis. De regionale regering van Koerdistan is begonnen met het heimelijk opbouwen van een militaire basis in Warte en arresteert journalisten en burgeractivisten die zich hiertegen verzetten. De lockdown heeft mensen met beperkte financiële middelen verder de armoede ingedreven. Gezinnen die meestal overleven met het geld dat ze als dagloners verdienen, werden gedwongen hun baan op te geven. Een van mijn teamgenoten in Koerdistan vertelde me hoe hun buren, een Syrisch vluchtelingengezin, bij hem op de deur hadden geklopt en hadden uitgelegd dat ze door de lockdown zonder geld voor eten of verwarming zaten. Dit gezin staat zeker niet op zichzelf. De demonstranten in Libanon riepen: “Ik sterf liever aan het coronavirus dan van de honger.”
Eventjes waren er wat hoopgevende signalen. De koolstofuitstoot daalde en we zagen het bewijs dat regeringen de mogelijkheid hadden om de klimaatverandering aan te pakken, maar dat het hen ontbrak aan wilskracht. De normale gang van zaken werd stopgezet en het leek erop dat dit ook voor militaire operaties zou kunnen gelden. Toen de lockdowns begonnen, deed VN secretaris-generaal Antonio Guterres een beroep op regeringen en gewapende groeperingen: “De woede van het virus illustreert de dwaasheid van de oorlog. Het is tijd om gewapende conflicten onder lockdown te plaatsen … Zet het wantrouwen en de vijandigheid aan de kant. Laat de geweren zwijgen, stop de kanonnen, houd op met de luchtaanvallen. Beëindig de ziekte van de oorlog en vecht tegen de ziekte die onze wereld teistert. Dat is wat onze menselijke familie nodig heeft, nu meer dan ooit.” Maar ondanks wat hoogdravende woorden van groepen zoals Hezbollah, zijn de meeste militairen en gewapende groeperingen vrijgesteld van de lockdownmaatregelen. Onze partners in de bergen van Iraaks Koerdistan worden nog steeds geconfronteerd met de dreiging van regelmatige grensoverschrijdende bombardementen, maar nu wordt die dreiging nog verergerd door de angst voor het virus en de impact van de lockdown op de voedselbronnen en de toegang tot medische zorg.
Deze angsten zijn zo verschillend van die in Australië, waar mensen in paniek wc-papier en meel begonnen te hamsteren, met vechtpartijen in supermarkten als gevolg. In Koerdistan bleven de winkels in onze straat volledig gevuld en de mensen stonden kalm met elkaar te praten, terwijl ze kochten wat ze nodig hadden. Ik vroeg een van mijn Koerdische teamgenoten ernaar en hij vertelde me hoe zijn familie deel had uitgemaakt van de uittocht naar Iran, toen het leger van Saddam Hoessein het Koerdische volk aanviel en begon uit te moorden. Duizenden mensen stierven in die tijd door uitputting en ondervoeding. Zijn familie trok de bergen in met wat ze konden dragen, zonder een idee of ze het zouden overleven. Een andere teamgenoot vertelde me eens over het effect van de sancties op Irak, en hoe zijn familie zaagsel door het meel mengde om de maaltijden aan te vullen. Ondertussen is in landen waar ongeveer één derde van ons voedsel wordt verspild, de mythe van de schaarste in de westerse samenleving doorgedrongen. Terwijl er mensen Australië, Koerdistan en de rest van de wereld honger lijden, stimuleert het kapitalisme de supermarkten op om perfect goed voedsel weg te gooien en spoort ons allemaal aan om wat er over is onnodig te hamsteren. Steeds meer mensen Australië leven in eenpersoonshuishoudens; dit doet niet alleen de hoeveelheid opgeslagen en geconsumeerde goederen per hoofd van de bevolking toenemen, maar het leidt ook tot een wijdverbreide eenzaamheid die nog wordt verergerd door de Covid-19 lockdown.
De regionale regering van Koerdistan werd door de Wereldgezondheidsorganisatie gefeliciteerd met hoe effectief zij de lockdown heeft opgelegd. In onze zeven uur durende reis naar het vliegveld in Erbil (normaliter drie uur rijden) reden we langs twaalf controleposten die waren ingesteld om de overdracht van het coronavirus te beperken. In Australië financierde de overheid mijn verplichte quarantaine in een hotel. Deze maatregelen hebben gewerkt, het aantal gevallen van coronavirus is gedaald en veel mensen hebben prachtige dingen gedaan in de crisis, maar militairen bleven – in de meeste gevallen – vrijgesteld van lockdownmaatregelen. Deze uitzondering heeft de vinger gelegd op de heilige ruimte die militairen binnen de bestuursbesluiten innemen en op het leed dat dit onderscheid veroorzaakt voor mensen zoals onze partners die nog steeds worden gebombardeerd in de bergen van Koerdistan.