Geen last
Lesbos, het eiland dat beroemd is als vakantie-eiland, maar berucht als symbool van het falende migratiebeleid van de EU.
In het vliegtuig richting Mytilene zit ik naast een allervriendelijkste man. Hij is zelfverklaard fan van Lesbos: “Een héérlijk eiland.” Wat de reden van mijn bezoek is, vraagt hij. Voor mij niet vakantie, maar een studiereis om meer te horen over de condities waaronder vluchtelingen worden vastgehouden én om te leren over de complexiteit van deze Europese crisis. Zijn reactie: “Wij zitten gelukkig aan de westkant, daar heb je geen last van die vluchtelingen.”
Aan de oostkant is het minder makkelijk om je ogen te sluiten. Vanochtend, toen ik een duik nam in zee, kon ik de gedachte aan het verhaal van de avond ervoor maar moeilijk van me af zetten.
Want in datzelfde water, op een steenworpafstand in de haven van Thermi, spoelden negen jaar geleden 27 lichamen aan. Allemaal op de vlucht, allemaal verdronken. Een monument om hen te herdenken werd opgericht.
In 2013 werden tien nieuwe namen toegevoegd; een gezin met drie kinderen in de leeftijd van vijf, zes en zeven jaar oud; twee minderjarige jongens van 14 en 17; drie jongemannen van 19, 21 en 30 jaar oud. Bij iedere volgende herdenking groeide de lijst met namen.
Naast een plek om te herdenken, was het monument een teken van dankbaarheid voor de vissers van Thermi die hun leven in de waagschaal leggen om andere levens te redden.
Maar het monument riep ook woede op. Meerdere malen werd het overgoten met teer, en uiteindelijk is het in stukken gebroken en in zee gegooid. De extreemrechtse groepering Krypteia heeft de verantwoordelijkheid opgeëist, schrijft de lokale krant Empros. De gemeente besloot daarop om het monument niet terug te plaatsen.
Loop je nu langs de haven van Thermi, dan zie je de vissersboten, de pier, de basaltblokken. Geen spoor meer van het monument, maar te weten wat het lot was van al die duizenden mensen, dat blijft voelen als een last.