Colombia - Waar zijn de moordenaars?

Document Colombia

Doodsbedreigingen van de ‘Autodefensas Gaitanistas de Colombia’ (AGC), de machtigste paramilitaire groepering van Colombia, gericht tegen maatschappelijke organisaties in Barrancabermeja: “Rot op vakbondsleden, (mensenrechten)activisten, communisten. Voor één Colombia zonder tirannie, vrijheid of de dood.”

Tekst: Jhon Henry Camargo Varela


Opmerking: onderstaande cursieve teksten zijn afkomstig uit dit nummer: Julio Jaramillo no me toquen ese vals


Ik begin eraan te wennen dat ik je niet meer zie

Er gebeurt iets ironisch en onbegrijpelijks met de mensenrechten, met het leven van hen die deze verdedigen en met de doden die nog steeds wachten op erkenning in Colombia. Degenen die verantwoordelijk zijn voor deze situatie geven elkaar de schuld, ze verwarren ons en verbergen alles alsof dat een antwoord is op de vragen: “Wie heeft hen vermoord?” en “Waarom doen jullie niets?”. We vragen altijd hetzelfde en ze antwoorden altijd op dezelfde manier. En wij blijven wachten op antwoorden die nooit zullen komen, terwijl we in afschuw toezien hoe deze vragen net zo snel naar boven komen als het aantal vermoorde sociale leiders in dit land stijgt.

We weten waar de moordenaars zijn. Degene die doden door nalatigheid, die duizenden nietszeggende excuses verzinnen om hun onvermogen en onbekwaamheid te rechtvaardigen, terwijl ze zich distantiëren van hun verantwoordelijkheid voor een land dat verstikt wordt door ongelijkheid, dat schreeuwt om gerechtigheid en waarheid.

Ik begin eraan te wennen zonder jou te zijn

Het verhaal dat de regering ons vertelt over de moord op mensenrechtenactivisten in Colombia is als de geschiedenis waarin een blanke man uit Europa komt in schepen vol met moordenaars, die we later uit plichtsbesef moeten bedanken. Nooit ze geven ons een verklaring voor het feit dat ze hebben geplunderd, ons hebben verkracht, vervolgd en vermoord. Het is zo’n verhaal dat je in zorgvuldig samengestelde stukken wordt verteld, maar waarvan je diep van binnen weet dat er iets mist, je weet dat er iets is dat iemand je niet vertelt.

Het belangrijkste om te begrijpen in het verhaal is dat de regering AL LANG WIST van de situaties in de regio’s, over de vele schendingen van de mensenrechten in het land en over het risico dat mensen rechtenactivisten lopen, wanneer ze eisen om gerechtigheid, rechten, herstelbetalingen en garanties dat het niet weer zal gebeuren. En dat voor gebeurtenissen waarvoor de regering zelf voor 100% verantwoordelijk voor is.

De manipulatie door de regering is duidelijk, aangezien haar woordvoerders het niet eens proberen te verbergen, maar in plaats daarvan op de televisie verschijnen om de dood van mensenrechtenactivisten te betreuren terwijl ze niets doen om het te voorkomen. Het zijn zulke leugenaars dat ze zelfs zo ver gaan om te zeggen dat ze niet van hun dood wisten. Alsof Colombia niet al ruimschoots heeft aangetoond dat het verdedigen van de mensenrechten in feite neerkomt op het betreden van een diep en donker meer met een molensteen om de nek gebonden.

Het is in het belang van de regering om te liegen, want met hun leugens voeden ze de oorlogsindustrie. Een industrie die nooit uit de mode raakt en die je, als je machtig, rijk en intelligent genoeg bent, nog rijker en machtiger maakt. Je hoeft alleen maar honderdduizenden levens op te offeren om meer macht en meer rijkdom te krijgen. De sleutel is om de armen onder elkaar te laten vechten vanuit het domme uitgangspunt dat de ander de vijand is. Ze moeten een oorlog voortzetten, waarin wij Colombianen als kanonnenvoer dienen in de legitieme en constitutionele praktijk van het verrijken van zichzelf over de lijken van de armen. Terwijl sommige van ons worden uitgebuit, bedekken anderen met één hand vrijwillig onze ogen zodat we niet zien hoe onze broeders en zusters worden vermoord. Ondertussen knielen we blind en doof aan de voeten van degene die ons ter dood hebben veroordeeld en bedanken hen.

Laten we het nu hebben over welke schade Colombia oploopt door het verlies van mensenrechtenactivisten. Ik heb het niet over hun economische waarde, maar over de democratische waarde die hun leven heeft en hoe we allemaal verliezen als we hen verliezen.

Het was altijd al een strategie van de regering om de stemmen van mensenrechtenactivisten het zwijgen op te leggen en ze onzichtbaar te maken. De methoden van de regering zijn divers en variëren van moord met voorbedachte rade tot het vinden van manieren om deze activisten in diskrediet te brengen. Daarnaast is er nog een soort dreigement, dat in de volksmond ‘iemand voor de wolven gooien’ wordt genoemd, waarbij de activist een guerrillastrijder wordt genoemd om paramilitaire groeperingen aan te zetten om hem te doden.

Al jarenlang worden we neergesabeld door de oorlog – een oorlog die alle Colombianen heeft gedwongen om daar integraal deel van uit te maken. Een oorlog die ons de immense waarde van het leven, de immense waarde van de diversiteit in een democratische samenleving uit het oog heeft doen verliezen.

Mensenrechtenactivisten hebben met tegenzin de opdracht aanvaard om ervoor te zorgen dat de waarheid aan het licht komt en gerechtigheid geschiedt. Ze hebben hun huizen, hun levensonderhoud en zelfs hun gezinnen verlaten om een waardige en rechtvaardige samenleving op te bouwen voor iedereen. Een samenleving waarin iedereen ertoe doet. Een samenleving waarin de regering haar verplichting nakomt het leven van alle Colombianen te beschermen.

Als ze een mensenrechtenactivist doden, verliezen we de mogelijkheid om beter te worden. We verliezen de capaciteit en het potentieel van de transformatie als samenleving en we verliezen het vermogen om een land op te bouwen waar ieders stem telt.

Speel die wals niet, want dan vermoorden ze je

“Amado Torres, 49 jaar oud, sociaal leider uit het dorp La Miranda, in San José de Apartadó (Antioquia). Zijn lichaam werd in een hangmat weggedragen omdat de gerechtelijke politie weigerde om ter plaatse te komen en een onderzoek in te stellen. Op 29 februari kwamen zwaar bewapende mannen, in kleding die uitsluitend bestemd is voor het gebruik door de strijdkrachten, zijn huis binnen en vermoordden hem.” – El Espectator

Het vreemde aan dit bericht ligt in de gelijkenis met ALLE andere gevallen van moorden op sociale leiders in dit land. Ik zeg ‘vreemd’ omdat het uitroeiingsmodel bestaat uit een reeks gebeurtenissen die steeds weer herhaald wordt: sociaal leider stelt aan de kaak – autoriteit stigmatiseert – sociaal leider wordt vermoord. De waarheid achter dit verhaal is dat niemand hen beschermt, ook al vindt deze reeks herhaaldelijk plaats.

Aan de vragen “Wie heeft hen vermoord?” En “Waarom doe je niets?” Moet worden toegevoegd: “Waarom blijft dit gebeuren?”

Ik zal er aan wennen om je niet te zien

Volgens de krant El País is de moord op sociale leiders in de eerste vier maanden van 2020 met 53% toegenomen. Dat wil zeggen dat de quarantaine het aantal vermoorde sociale leiders alleen maar heeft doen toenemen. We zouden kunnen eisen dat de regering zich opnieuw publiekelijk verantwoordt voor al deze stuitende moorden die niet onopgemerkt mogen blijven. Maar ik ben er zeker van dat we een van deze drie antwoorden zullen krijgen: 1) een medeplichtig stilzwijgen, 2) een hypocriete klaagzang of 3) het al beroemde “We zijn het aan onderzoeken”.

Na meerdere dagen, maanden en jaren van telkens dezelfde reacties krijgen op de publieke veroordelingen van sociale leiders, geven we de hoop op iets anders van de regering te horen. Voor mij klinkt de retoriek als niets meer dan een strategie om niet alleen mensenrechtenactivisten het zwijgen op te leggen, maar ook om dissidente stemmen – de stemmen die aanklagen en de stemmen die zich herinneren – te overstemmen.

Ze willen dat we wennen aan het leven met afwezigheid, met het onvermogen om antwoorden te krijgen, aan een leven met vermoedens en de frustratie die voortkomt uit het niet kunnen ontdekken van de waarheid.

We kunnen concluderen dat de Colombiaanse regering doelbewust probeert zich te distantiëren van het illegale gebruik van de wettelijke macht; ze insinueert daarbij dat mensenrechtenactivisten de verantwoordelijkheid hebben om over hun eigen leven te waken, waardoor ze in feite persoonlijk direct verantwoordelijk zijn voor hun eigen dood. Deze conclusie bevestigt ons gevoel dat de regering haar handen wast in de beste stijl van Pontius Pilatus.

Het enige wat we nog moeten zeggen is dat we degenen die Colombia besturen verantwoordelijk houden voor de dood van honderden mensenrechtenactivisten, en het ligt in de handen van de geschiedschrijving om gerechtigheid te zoeken voor al die stemmen die door het geluid van kogels tot zwijgen zijn gebracht.

Ik wen er wel aan om zonder jou te zijn

Wie vermoordde hen? Jij, omdat je niets doet? Waarom blijft dit gebeuren? Kan het ze niet schelen wat er is gebeurd?

Er zijn veel vragen die het land op dit moment stelt. Er zijn teveel twijfels over wat er gebeurt. Maar het belangrijkste is dat we het nooit en te nimmer zullen vergeten.

Ze zijn nog steeds hier en dat zullen wij niet vergeten!

Vorige
Vorige

Oproep tot een totaal staakt-het-vuren van Turkije in Iraaks Koerdistan

Volgende
Volgende

Hebron door hun lens - Nisreen