Verbannen en gestigmatiseerd

Verklaring over de ontheemding van mijnwerkersgemeenschappen in het zuiden van de regio Bolívar

colombia.jpg

Al tientallen jaren zuchten de inwoners in het zuiden van de regio Bolívar onder de gevolgen van geweld als direct gevolg van het gewapende conflict en de territoriale en economische geschillen die door verschillende legale en illegale partijen op hun gebied zijn begonnen. De boeren-, inheemse en mijnwerkersgemeenschappen leven onder een constante doodsdreiging en hun humanitaire en fundamentele rechten worden systematisch geschonden. 

Op het ogenblik is er een oorlog gaande in dit deelgebied tussen het Nationale Bevrijdingsleger (ELN), de dissidente 37e Frontgroep van de FARC, de Gaitanista Zelfverdedigingstroepen (AGC) en Mars, een Colombiaanse gecombineerde troepenmacht. Dit conflict, dat vorig jaar begon, heeft geresulteerd in een kwetsbare positie voor de burgerbevolking die in veel gevallen tussen de strijdende partijen terecht is gekomen en te lijden heeft onder bedreigingen en moordaanslagen op hun sociale en gemeenschapsleiders. Op 26 juli 2021 werd Oswaldo Pérez, de leider van de actiegroep van de Mina Piojo-gemeenschap, vermoord. Dit leidde tot de verdrijving van ongeveer 2000 mensen uit de gemeenten Santa Rosa del Sur, Arenal, Morales en Montecristo. De oorzaak van deze ernstige schending van de mensenrechten en internationaal humanitair recht is direct te vinden in de stijging in het aantal confrontaties tussen gewapende groepen in het San Lucas-gebergte. 

Op 1 augustus kwamen ontheemde gezinnen aan in de gemeente Santa Rosa om het gemeente-, departements- en nationale bestuur, guerrilla- en paramilitaire groepen, en het nationale leger te vragen het leven, de rust in het gebied en het recht van burgers niet betrokken te worden in het gewapende conflict te respecteren. Het is belangrijk op te merken dat de bevolking niet alleen uit hun huizen wordt verdreven, maar ook te maken heeft met stigmatisering door plaatselijke overheden en de media, die gevaarlijke beschuldigingen hebben geuit tegen sociale organisaties. De sociale leiders en de mijnwerkers- en boerengezinnen die tot deze organisaties behoren lopen een groter risico hun leven te verliezen omdat deze invloedrijke stemmen hen bestempelen als collaborateurs van een gewelddadige groep.

Verscheidene dagen van dialoog tussen de gemeenschappen, bestuursorganen, staatsinstellingen en staatstroepen, leidde niet tot duidelijke antwoorden of oplossingen die een veilige terugkeer voor de meer dan 2000 ontheemde mensen zouden garanderen. Daarbij kwam ook de ontoereikende humanitaire steun die door de plaatselijke overheden werd verstrekt en de stigmatisering van de sociale organisaties, dus besloten de mensen terug te keren naar hun regio zonder dat ze de minimumgaranties voor hun veiligheid hadden gekregen.

Christian Peacemaker Teams was getuige van de moeilijke humanitaire omstandigheden waarin de ontheemde gezinnen bijna negen dagen lang verkeerden en van het werk dat door de sociale organisaties werd gedaan om de situatie in de opvang waar de gemeenschappen verbleven te verbeteren. Daarnaast was CPT getuige van het werk van het Internationale Comité van het Rode Kruis en de Jezuïeten Vluchtelingenhulp, die de complexe humanitaire omstandigheden waaronder de ontheemde bevolking leefde, wisten te verzachten. We spreken hier onze bezorgdheid uit over de veiligheid en het leven van de burgerbevolking die terugkeert naar haar eigen gebied zonder expliciete garanties die de gevolgen van de oorlog, waar zij part noch deel aan hebben, wegnemen of verzachten. 

Tot slot betuigt CPT solidariteit met alle mensen die slachtoffer zijn geworden van geweld en die nu met meer twijfels dan duidelijkheid naar huis terugkeren. Wij roepen de plaatselijke overheden, de Colombiaanse staat en de gewapende groepen op om te reageren op de volgende verzoeken van de gemeenschap:

·       De bouw van een humanitaire opvang in de gemeente San Pedro Frío, die zal dienen als tijdelijk onderdak voor mensen en gezinnen die bedreigd worden door gewapende partijen.

·       Dat de staat fatsoenlijke leefomstandigheden voor de bevolking garandeert als het meest effectieve instrument om het conflict te de-escaleren. 

·       Dat de overheden op alle niveaus de Humanitaire Actie voor Leven en Bestendigheid in het gebied, die zal lopen via pastorale en gemeenschappelijke dialoog, respecteren en niet belemmeren. 

·       Dat de staat antwoord geeft op de sociale uitdagingen in de regio via andere methoden dan de toename van geweld en militarisering van het gebied. 

·       Dat de legale en illegale gewapende groepen geen burgers betrekken bij het gewapende conflict. 

Deze stappen moeten leiden tot onderhandelingen om het gewapende conflict in het zuiden van de regio Bolívar op te lossen, waardoor het voor alle plaatselijke boeren- en mijnwerkersgemeenschappen mogelijk wordt een waardig bestaan op te bouwen.  

 

Vorige
Vorige

Mijn kleine tas

Volgende
Volgende

Lesbos: Een jaar na de brand