Reflectie op mijn tijd met CPT in Hebron

Vrouw met twee kinderen aan de hand in Hebron sq.jpg

Door: Owen Dempsey

Een korte, persoonlijke reflectie op de tijd die ik in teamverband met CPT in Hebron, Palestina heb doorgebracht van februari tot maart 2020.

Hartverheffend en overweldigend tegelijkertijd; deel uitmaken van een CPT-team is intens en meedogenloos, het vraagt oprecht teamwork, wederzijdse steun en goed leiderschap. Mijn partner Louise en ik zijn CPT-reservisten, gevestigd in het Verenigd Koninkrijk. We waren al eerder in de bezette gebieden van Palestina geweest en hadden de CPT-training in 2018 voltooid. Deze keer in Hebron was onze eerste ervaringen als lid van een team. Laten we eerlijk zijn, het introductieproces is niet makkelijk, maar aan de andere kant hadden we het geluk om in zo’n fantastisch team te zitten, begeleid door een net zo’n fantastische ondersteuningscoördinator. We kregen beiden een mentor toegewezen, met wie wij één op één gesprekken hadden en die ons door de lijst van ‘dingen die je moet weten en vaardigheden die je moet hebben’ heen loodste. CPT heeft een uitstekend systeem ontwikkeld dat alle invalshoeken bestrijkt en tevens zorgt voor een zoveel mogelijk wederzijds ondersteunende, respectvolle en egalitaire taakverdeling.

Tijdens onze deelname aan het team woonden we in een oud gebouw aan het einde van een kleine zijstraat in het hart van de oude stad; een geplaveide weg met krijsende kalkoenen en eenden, en vaak een paar kinderen en katten. Een weg met een hoge, door Israëliërs gebouwde betonnen muur met prikkeldraad die de toegang tot de Shuhadastraat blokkeert. Een straat die nu is bezet door Israëlische kolonisten. Het was nog steeds winter en koud en vochtig, maar we waren na het slechtste weer aangekomen. Onze belangrijkste uitdagingen waren: a) zelfzorg, mentaal en fysiek, b) de complexe geografische indeling van de oude stad met zijn controleposten die de verbinding vormen met de Israëlische, zwaar beveiligde corridor (HSZ, High Security Zone) die van de nederzetting Kiryat Arba naar Tel Rumeida loopt, leren begrijpen en c) het beheer van het IT-systeem, de vereisten voor gegevensverzameling en -registratie, en het opstellen van rapporten voor Unicef, sociale media en nieuwsbrieven.

We moesten leren de weg te vinden, leren hoe we ons op een veilige manier konden gedragen bij de controleposten waar we af en toe werden opgehouden, ondervraagd en gefouilleerd door soldaten. Leren hoe we veilig konden blijven tijdens opstootjes en demonstraties, waar we werden blootgesteld aan Israëlische militaire agressie, als er met geluidsbommen, traangas en rubberkogels werd gereageerd op de met stenen gooiende al shabab (jeugd). Als we buiten dienst deden of op afroep klaarstonden, werkten we altijd in tweetallen. We waren erop gericht zo veilig mogelijk te werken, te zorgen voor elkaars welzijn, regelmatig contact te houden met de rest van het team via de mobiele telefoon en mensenrechtenschendingen vast te leggen door incidenten van agressie te monitoren en foto’s te maken of te filmen.

Onze vaste routines, gebaseerd op teamwerk, omvatten een dagelijkse teambijeenkomst en een wekelijks teamoverleg met de projectondersteuningscoördinator in Jordanië. De agenda van de teambijeenkomst bestond altijd uit de reflectie onder leiding van één persoon, een check-in met elke persoon voor welzijnsproblemen, een eventuele debriefing met betrekking tot incidenten in de voorafgaande 24 uur, het toewijzen van de schoolroute, de kolonistentocht of de taakverdeling rond de moskee, oproep- en telefoonroosters voor de volgende 24 uur en een individuele ‘werk’ check-in. Elk teamlid had zijn eigen verantwoordelijkheden voor bijvoorbeeld lopende zaken, nieuwsbriefartikelen, social mediarapporten, kwartaalrapporten voor Unicef of de gegevens over de schoolroutes, rapporten over het gebruik van geweld en de e-mailcommunicatie. Ook werden de taken voor het ontvangen van bezoekende delegaties verdeeld. Daarnaast werden de huishoudelijke taken toegewezen, zoals boodschappen doen, ontbijt klaarmaken, afwassen en koken.

Bij de schoolroutes was het alle hens aan dek om het aantal kinderen en leraren te tellen die op weg naar school door de twee controleposten moesten. Dit is een gecompliceerde zaak, want er zijn Palestijnse kinderen die in de enclaves binnen de zwaar beveiligde Israëlische kolonistenzones wonen, die langs de militaire controleposten en metalen poortjes moeten om bij de scholen buiten HSZ te komen. En omgekeerd zijn er kinderen die buiten de HSZ wonen en die door de controleposten moeten om beide scholen binnen de HSZ te komen. De schoolroutes starten om 7 uur ‘s ochtends, dus stonden we om halfzeven op. Het is gebruikelijk dat soldaten de controleposten sluiten en voorkomen dat kinderen naar school gaan en dat kinderen stenen gooien, wat weer leidt tot verdere vertraging en soms traangas en geluidsbommen. Wij stonden daar dan ongeveer een uur lang te monitoren, voordat we weer teruggingen door de controleposten, met mogelijke pesterijen, ondervragingen en fouillering door de militairen op weg terug naar ons teamappartement om te ontbijten. ‘s Middags begeleidden de twee dienstdoende teamleden kinderen van de kleuterschool in de HSZ, vlakbij de Al-Ibrahimi moskee, terug naar hun huizen en op vrijdag hielden we de controleposten bij de moskee in de gaten tijdens de eerste oproep voor het gebed om 5:00 ‘s ochtends. Op zaterdag volgden we de zogenaamde kolonistentocht, waarbij de kolonisten vanuit de HSZ onder toezicht van de militairen de Palestijnse gebieden van de oude stad binnentrekken en daar vooringenomen, misleidende en vaak valse zionistische propaganda prediken tegen joodse ‘toeristen’ of joodse jongeren uit het buitenland die het beloofde land bezoeken tijdens zogenaamde Birthright-Israel reizen.

Zo wil ik enkele beschouwingen delen over het ervaren van de bezetting (als buitenlanders), de waarde van de CPT-aanwezigheid in Hebron, het voortdurende Palestijnse verzet, en de huidige Palestijnse situatie in de bezette gebieden.

De bezetting ervaren

Er zijn zeer opmerkelijke Palestijnse teamleden zonder wie de CPT-aanwezigheid in Hebron zo goed als onmogelijk zou zijn en wier bijdrage aan het werk niet onderschat kan worden. In ons geval, als buitenlanders uit het Verenigd Koninkrijk, zouden we de bezetting nooit zo kunnen voelen of ervaren als de Palestijnen dat doen. Maar ik denk dat we hoe langer wij daar waren, hoe meer onze gedachten ook werden overgenomen door de bezetting, en wel op twee manieren.

Ten eerste had ik het gevoel dat we ons door de bezetting begonnen te onderwerpen, dat we minder verontwaardigd waren dan we zouden moeten zijn, omdat we de situatie ‘genormaliseerd’ hadden. Het werd voor ons moeilijker om ons voor de geest te halen dat deze ‘normaliteit’ helemaal niet normaal is. We zien de kinderen door metalen poortjes gaan, langs zwaarbewapende soldaten, op weg naar school en denken na over het feit dat deze normaliteit sinds hun geboorte hun sociale ervaring is. Hoe reageren zij op de bezetting? Als team hebben geprobeerd deze ideologische bezetting van onze geest tegen te gaan door middel van onze dagelijkse reflecties en teamoverleg.

Ten tweede denk ik, dat we tijdens ons verblijf geleidelijk aan een soort verlies aan optimisme, en zelfs aan hoop hebben geabsorbeerd, dat deze overmachtige en onderdrukkende bedrijfsmatige bezetting (en etnische zuivering) op industriële schaal ooit kan worden overwonnen. Onze gesprekken met Palestijnse partneragentschappen in Hebron onthullen een depressieve stemming, maar tevens een net zo grote vastberadenheid om weerstand te blijven bieden. De recente verschuiving naar rechts door de VS, met de verkiezing van Trump en zijn fascistische retoriek, heeft de toch al uiterst rechtse regering van Israël aangemoedigd om haar programma van kolonisatie en etnische zuivering te versnellen.

Het is me opgevallen dat de Israëlische bezettingstactiek zich altijd concentreert op de minder zichtbare randen van de bezette gebieden, de buitenwijken van steden en de plattelandsdorpen. Deze langzame aanpak draagt er toe bij a) dat de Palestijnen in de steden gefocust blijven op hun eigen gevechten om te overleven in de nog steeds neoliberale sociaaleconomische structuren van Palestina en alles wat dat met zich meebrengt, en b) dat de westerse media blijven zwijgen.


Het Palestijnse verzet

Onze gesprekken met de Palestijnse partnerorganisaties van CPT in Hebron maakten duidelijk dat er in Hebron vastberaden en zeer dappere groepen zijn die zich verzetten tegen de bezetting. Dit zijn onder anderen de Hebron Defense Committee (Hebron’s Verdedigingscomité), Human Rights Defenders (Verdedigers van de Mensenrechten), en Youth Against Settlements (Jongeren tegen de Nederzettingen). Als buitenlanders kunnen we ons niet voorstellen waar zij dagelijks mee te maken hebben en kunnen we alleen maar verbaasd zijn over hun doorzettingsvermogen. Helaas moet worden opgemerkt dat hun algemene invloed wordt verminderd door de politieke verschillen in hun relatie tot en met de Palestijnse autoriteit. Hun activiteiten plaatsen het werk van CPT (en het werk van andere buitenlandse instanties zoals ISM (Internationale Solidariteitsbeweging) en EAPPI (Oecumenisch Begeleidingsprogramma in Palestina en Israël van de Wereldraad van Kerken)) in context; als een buitenlandse aanwezigheid heeft CPT slechts een marginale invloed in het versterken van hun stem. Soms denk ik dat sommige Palestijnen gefrustreerd raken door CPT, omdat ze in de loop der jaren niet veel verschil hebben kunnen maken. Dat is helaas ook zo. Ik voelde echter ook een oprechte waardering voor de aanwezigheid van CPT en de inspanningen om de wereld te helpen vertellen wat er aan de hand is. Het is duidelijk dat CPT het meest effectief zal zijn wanneer nauwe betrekkingen met deze partnerorganisaties kunnen worden bevorderd door regelmatig contact en te helpen hun vertrouwen te versterken dat CPT zal reageren als er geroepen wordt.

Toen kwam corona

Vanaf 8 maart werden in ons huis opgesloten vanwege de Covid-19-pandemie. Maar ook daarvoor al werden we belaagd met de kreet “Corona!” terwijl we over de groentemarkt van New Shallalah Street liepen; als buitenlanders belichaamden ee de virusdreiging en we bemerkten de vroege stadia van xenofobie die de pandemie wereldwijd teweeg heeft gebracht. Aanvankelijk was het lichtvoetig, bijna als een plagerijtje, maar het was duidelijk dat dit zomaar om zou kunnen slaan. Vreemdelingen werden de toegang tot Hebron ontzegd en Bethlehem was onder lockdown met buitenlanders in quarantaine in een hotel.

Op 11 maart schreef ik: “We kunnen niet reageren op vragen om aanwezigheid om de schendingen van mensenrechten door bewapende burgerwachten of de bezettingsmacht te registreren. Vanuit het appartement horen we voertuigen heen en weer rijden in Shuhada-straat, de levensader van de oude stad van Hebron die vroeger aan beide zijden werd geflankeerd door Palestijnse woningen en winkels, maar nu bezet, gekoloniseerd en beveiligd met oerlelijke betonnen muren, prikkeldraad, camera’s, zoeklichten en controleposten.”

En op 14 maart: “Het wordt bijna tijd om onze dagen met CPT in Hebron te beëindigen en ons team op te doeken. Dankbaar voor wat we samen hebben meegemaakt en wat we onderweg hebben geleerd. Het coronavirus en de morele paniek – min of meer te begrijpen – domineren onze toekomst op korte termijn en maken het leven hier onredelijk. Sommige van ons zullen al snel moeten vertrekken … We denken aan onze dagen hier in onze luxueuze afzondering, met fantastische mensen om ons heen, Julian en Tarteel, en nu Mona. Op de achtergrond klinkt het geluid van de oproep tot gebed, snaterende eenden en kakelende kalkoenen op de straat onder ons raam, af en toe onderbroken door de explosies van het vuurwerk – dagelijks lijkt het wel – van de vreemde indringers.

En zo keerden we op de 17e terug naar het VK. Het was een trieste tijd voor ons, om zoveel achter te laten en zoveel werk ongedaan te moeten laten. Ik denk dat het werk van CPT (en andere buitenlandse instanties) nog steeds de moeite waard is: het versterken van de stemmen van de onderdrukten en het ondersteunen van hun verzet. We zijn van plan terug te gaan wanneer we dat kunnen. In de tussentijd kunnen we alleen op afstand steun verlenen aan de mensen die daar leven en werken. We kunnen alleen maar hopen dat deze pandemie leidt tot belangrijke verschuivingen in de wereldpolitiek waardoor de Palestijnen eens – ooit – gelijkberechtigd zullen worden en de racistische bezetting en kolonisatie teruggedraaid worden.

Dit verhaal verscheen in het Engels niet op CPTnet, maar op het persoonlijke blog van Owen Dempsey

Vorige
Vorige

Black Lives Matter: Stop de wet die politiegeweld straffeloos maakt!

Volgende
Volgende

Verklaring van de Christian Peacemaker Teams Colombia over het einde van het eenzijdig staakt-het-vuren van de ELN