Koerdistan - CPT’er Julie Brown reflecteert op haar ervaringen tijdens een Turks bombardement
Hoe was het? Na vier jaar bij het team in Koerdistan gewerkt te hebben, lijken alle vragen zich te concentreren op mijn laatste week daar. Het weekend dat het team spendeerde in een klein Assyrisch Christelijk dorpje terwijl het Turkse leger als onderdeel van hun strijd tegen de PKK vanuit F-16’s het gebied bombardeerde.
Het was verwarring, het was angst, het was boosheid. Dat is het nog steeds.
Hoe was het? Hoe reageer je? Het was verwarring, het was angst, het was boosheid. Dat is het nog steeds.
Op 4 oktober 2019 was het team de Nahla vallei, een gebied met verschillende dorpen waarmee CPT de afgelopen drie jaar partnerschappen onderhoudt. Het team was net begonnen aan de bijstand van het naastgelegen dorp Chame Rabatke, waar de dag ervoor grote branden waren ontstaan door de Turkse bombardementen. Dit bombardement maakte het noodzakelijk dat het team zich verplaatste naar Khalilan, een wat dichtbevolkter dorp in het hart van de Nahla vallei, om vanaf daar de situatie te kunnen monitoren.
We waren gewend geraakt aan het geluid van drones. Het wisselt af tussen het geluid van een klein propellorvliegtuig en dat van een dikke hommel vlak boven je hoofd. Dan ebt het weg zodat je niet weet of je het nog wel hoort, of je alleen maar inbeeldt. Om daarna weer terug te komen als bevestiging dat er wel degelijk dodelijk oorlogsmaterieel in de lucht hangt dat een oogje op je heeft.
We komen vaker in Khalilan, verschillende delegaties hebben het gebied ook bezocht. Het leek een normale werkdag in het hostel waar we wel vaker verblijven. Een werknemer was net vertrokken om wat boodschappen te halen. De dag liep ten einde en wij waren aan het werk op onze laptops. Plotseling was er een luide knal. “Was dat een bom?”
Iedereen sprong op en ging naar buiten. “Daar!” Wees mijn teamgenoot. Net boven het dak van de buren zagen we een rookpluim opstijgen. Ook de dorpelingen kwamen uit hun huizen, iedereen wijzend en om zich heen kijken. Wat moesten we doen? We maakten foto’s. Met trillende handen, klik, klik, klik. Tientallen, honderden… Zo snel was het gebeurd. De rookpluim werd een vage mist en begon op te lossen. … Was het voorbij? Verwarring.. Werd deze plaats, de mensen die ons zo vaak welkom hadden geheten in hun huizen, waar we ontelbare gesprekken hadden, met hele families, hun vrienden, waar we zelfs de namen van vele huisdieren kenden… werd deze plek nu gebombardeerd? Op dat moment hoorden we het gebrul van een vliegtuig en het onbeschrijfelijke geluid van een projectiel dat door de lucht suist. We renden terug naar de hal van het hostel.
Je lichaam verstrakt en je duikt weg. BOEM! Nog een explosive. Op exact dezelfde plaats rees weer een rookpluim op. Witte mist zakte van de berg de vallei in. Klik, klik, klik, weer de camera erbij. Wat anders konden we doen?
Rookpluimen stijgen op na het bombardement
Mijn telefoon ging. Het was Yousef, een van onze partners in de regio. Dit was voor het eerst in drie jaar dat hij mijn persoonlijke telefoon belde. “Julie?” … “Yousef?” … “Julie?” … Pas op dat moment realiseerde ik mij dat we elkaars taal niet spreken. Maar we begrepen elkaar wel. Hij maakte zich zorgen om ons. Mijn teamgenoot die wel Koerdisch spreekt stelde hem gerust en vertelde dat we veilig waren. Andere dorpelingen kwamen samen en verzamelden zich op de daken van hun huizen. Wij haastten ons naar binnen om telefoontjes te plegen en het nieuws van het bombardement te verspreiden.
“Nog een vliegtuig, een fluitende bom, BOEM! Een wankeling, Duik! De vrouw des huizes biedt versgebakken brood aan.”
Een half uur later was de rust weergekeerd en gingen we de straat op om met de naburige familie te praten. Terwijl we nog naar hen toe liepen kwam de vader van de familie op ons af, heette ons welkom en nodigde ons uit om te komen eten. Nog ontdaan van de gebeurtenissen bedankten we vriendelijk en vroegen we of zij iets wisten van de plek die nu geraakt was. Hij zij dankbaar te zijn dat CPT aanwezig was om dit bombardement te documenteren en nodigde ons nogmaals uit voor de avondmaaltijd. Zijn vrouw was namelijk net vers brood aan het bakken. Halverwege die zin kwam er een bekend geluid van over de bergen. Nog een Turkse F-16. Binnen een paar seconden vloog hij boven onze hoofden en wederom volgde een luide explosie. Boem! Een korte schrikreactie. Iedereen duikt weg. De man herinnert ons aan de uitnodiging om toch echt te komen eten. Nog een vliegtuig, een fluitende bom, BOEM! Een wankeling, Duik! De vrouw des huizes biedt versgebakken brood aan. De man loopt naar het dak om te telefoneren in rap Assyrisch. Welk gesprek hij meermaals onderbreekt met een nieuwe uitnodiging. We sloegen het nogmaals beleefd af. Het was inspirerend om te zien hoe deze familie zich niet uit het lood liet slaan, ze kalmeerden de kinderen en de moeder ging gewoon door met eten koken. In mijn hoofd voltrok zich een wervelstorm.
Korte tijd later waren we bij een nabijgelegen buurthuis. In de verte zagen we de door het bombardement veroorzaakte vlammenzee. Een aantal dorpelingen zaten aan tafeltjes kaartspellen te spelen.
We spraken een man die in het getroffen gebied woonde. Hij vertelde ons na de eerste bom naar het dorp te zijn gekomen en maakte zich zorgen over zijn huis en zijn vee dat hij had moeten achterlaten op de berg. Hij kon alleen maar toekijken hoe de brand woedde nabij zijn boerderij.
Alweer maakten we foto’s. Maar onze camera’s konden niet vastleggen hoe bizar de situatie was. De brandende bergwand, de spanning die nog in de lucht hing, and de kaartspelende mannen op straat.
“ Ik weet dat er een grote kans is dat de Turkse bommen en vliegtuigen in mijn eigen land, de USA, gemaakt zijn.”
Later die avond volgde nog een laatste explosie. Het was te donker om te zien waar de inslag precies was, maar we gingen er vanuit dat het dezelfde plaats was. Dorpelingen vertelden ons later dat deze bom door een drone was afgevuurd.
We belden consulaten, berichtten via social media en waren uitgeput. Mijn teamgenoot zorgde voor avondeten en daarna gingen we, net als alle anderen in de Nahla vallei, naar bed.
Ik heb geen overkoepelend statement, alleen maar vragen. Ik vraag me nog steeds of hoe veel dorpelingen gewoon doorgingen met hun dagelijks leven terwijl het bombardement zo dichtbij was. Net zoals ik me afvraag hoe mijn teamgenoot in staat was te koken en wij daarna allemaal geslapen hebben.
Ik weet dat er een grote kans is dat de Turkse bommen en vliegtuigen in mijn eigen land, de USA, gemaakt zijn. Om gek van te worden!
Dus, dit is ‘hoe het was’. Verwarrend, hopeloos, een uiteindelijke conclusie dat de enige logische actie was om te gaan slapen.
Maar; toen we wakker werden drukte de verantwoordelijkheid om deze waanzin te laten eidigen tien keer zwaarder op ons. Net als woede richting de Turkse regering, de NAVO, de USA en de wereld die dit keer op keer laat gebeuren. Ik verlaat nu dit team om een andere functie binnen CPT op te nemen en het raakt mij zeer dat tijdens het laatste weekend in een plaats waar ik van ben gaan houden, de beelden van de branden voor altijd op mijn netvlies staan gegrift. Net als overigens de liefde van de mensen die zich om ons bekommerden en vers brood aanboden terwijl de bommen rondom ons vielen.
Op 4 oktober 2019 overnachtte het CPT Koerdistan team in het Assyrische dorp Khalilan, waar zij getuige waren van een Turks bombardement op het dorp Henzake. Henzake, Khalilan en alle andere dorpen in de Nahla vallei in Iraaks Koerdistan worden bewoond door burgers.