Gedwongen migratie van Dìyarbakir naar Athene (deel 2)

Lesbos.jpg

N.U. van het team Solidariteit met de Egeïsche Migranten interviewde F., een Koerdische man uit Turkije die na zijn aankomst in Griekenland wordt beschuldigd van mensensmokkel. De echte namen van betrokkenen zijn bekend bij CPT maar worden voor de veiligheid van betrokkenen niet gepubliceerd.

N.U.: Wat heb je meegemaakt in de gevangenis van Chios?

F: Het is een kleine, oude gevangenis met 200 mensen en 10 afdelingen. Op elke overbevolkte afdeling, waar maar één toilet en een klein keukentje waren, zaten zo'n twintig tot vierentwintig mensen. Het eten was vreselijk. Als je geld had kon je boodschappen doen in de gevangeniswinkel. Meer dan de helft van de gevangenen was aangewezen op deze belabberde maaltijden omdat ze geen geld hadden. Er waren veel verschillende nationaliteiten, waaronder Russen, Turken, Albanezen, Koerden, Arabieren, Afghanen, Afrikanen, Pakistanen en Iraniërs. Ze werden allemaal ingedeeld naar taal en land. Omdat ik opgepakt was vanwege 'mensensmokkel vanuit Turkije' werd ik naar de groep met mensen uit Turkije gestuurd. Ik zat daar met Turken en Albanezen die gevangen zaten op beschuldiging van smokkelen. Meer dan de helft van de gevangenen was vluchteling. Veel van hen zaten gevangen vanwege smokkelen, omdat degenen die geen geld hebben om de grens over te steken, onderhandelen met de smokkelaars en aanbieden om de boot te besturen zodat ze minder of helemaal niet hoeven te betalen. Ze hadden zware straffen gekregen terwijl ze geen misdaad hadden begaan. Soms lieten de smokkelaars hen midden op zee in de steek zonder iemand om de boot te besturen; ze waren wel gedwongen om aan het roer te gaan staan en werden gearresteerd bij aankomst.

Er was een Afghaan die niet eens een boot had bestuurd. Hij was overgestoken met een groep Iraniërs en toen de politie het bootje onderschepte, arresteerden ze hem omdat hij de enige was die niet uit Iran kwam. Sommige mensen wisten niet waarom ze waren gearresteerd. De Griekse rechtbanken veroordeelden de meesten van hen tot 8 tot 25 jaar gevangenis. Velen hadden niet eens een advocaat en spraken de taal niet. Ze hadden geen familie of vrienden om hen te ondersteunen, omdat ze hun land hadden verlaten en veel van hun familieleden kwijt waren geraakt in oorlogen. Er waren daar ook mensen die waren gearresteerd omdat ze demonstreerden tegen de onmenselijke omstandigheden in de vluchtelingenkampen.

 

N.U.: Hoe was je relatie met de mensen uit Turkije?

F: Ze stelden onmiddellijk die bekende vragen: “Wie ben je, waarom zit jij gevangen?” Toen ik zei: “Ik ben Koerdisch, lid van de HDP (Democratische Volkspartij), ik ben een politieke vluchteling”, begonnen ze me te bedreigen. “Van ons mag jij hier niet blijven. Er is hier geen plaats voor terroristen,” zeiden ze. “Laat maar eens zien hoe jullie kunnen voorkomen dat ik hier blijf zitten,” antwoordde ik. Hoewel we op dezelfde afdeling zaten, hebben we een tijdlang niet met elkaar gepraat. Ongeveer een kwart van de 200 mensen in de gevangenis was afkomstig uit Turkije. Het merendeel bestond uit fascisten. De meeste van hen hadden financiële moeilijkheden en hadden samen moeten werken met de smokkelaars. Maar zelfs in een miserabele toestand zoals in de gevangenis, lukt het hen nog steeds nationalistisch en fascistisch te zijn. Dat begrijp ik gewoonweg niet. Racisme maakt mensen zo dom dat ze hun eigen onderdrukking niet eens opmerken.

 

N.U.: Ben je lichamelijk mishandeld in de gevangenis?

F: Nee. Ze toonden me zelfs langzaamaan respect. Ik begrijp nog steeds niet waarom. Ik was anders dan zij. Ik had een verleden van politiek activisme en ervaring met de gevangenis in Turkije. Ik benaderde mensen anders. Ze begonnen mij te raadplegen, als zij onderling problemen hadden, en langzamerhand vertrouwden ze me omdat ik meer ervaring had. Van iemand die ze hadden bedreigd, werd ik voor hen een expert die ze raadpleegden. Niet alleen Turken, maar ook vluchtelingen in de naastgelegen afdeling vroegen mij om raad. Er wordt veel gestolen in de gevangenis. Ik verborg de bezittingen, geld en sigaretten van de Iraniërs in de naastgelegen afdeling. Er lagen honderden telefoonkaarten, tientallen pakjes sigaretten en een berg geld in mijn kastje. Niemand waagde het om iets uit mijn kastje te stelen. Ze noemden me 'dokter' en hadden respect voor me.

 

N.U.: Heb je die Moldavische kapiteins gezien in de gevangenis?

F: Ja, in het begin hadden we wat onenigheid. De kapiteins dachten nog steeds dat ik hem verlinkt had. En hun vrienden kwamen ook langs om mij straffen. Toen ik hen vertelde dat ik zat door hun schuld onrechtvaardig gevangen zat, boden ze mij hun excuses aan en gingen weg. Toen kwamen ze naar me toe en eisten: “Als jij de smokkelaars in Turkije kent die de twee kapiteins inhuurden, neem dan contact met hen op. Ze hebben kapiteins nooit betaald. Hun gezinnen hebben het moeilijk in Moldavië.” Maar ik kon die smokkelaars niet bereiken. Toen kwamen de twee kapiteins en zeiden: “Als je ons geld geeft, zullen wij onze verklaring in de rechtszaal wijzigen voor jou”. Ik antwoordde: “Het maakt me niet uit of jullie je verklaring wijzigen. Ik kom hier toch wel uit.” Ze bleven tegen mij getuigen in de rechtszaal. Ze werden beiden veroordeeld tot acht jaar en vier maanden.

 

N.U.: Hoe heb jij je advocaat kunnen bereiken?

F: Via mijn kameraden uit Turkije heb ik een advocaat uit Athene gevonden. Ik was er zeker van dat ik binnen een maand vrij zou komen. Toen mijn bezwaar werd verworpen, hebben we meer bewijs aangeleverd. Het proces duurde en duurde maar. We moesten wachten op de rechtbank. Drie maanden later kwamen een vriend uit Turkije en mijn zus om voor mij te getuigen, maar ik bleef in hechtenis. Na de staatsgreep in Turkije op 15 juli 2016, ontdekte ik tot mijn verrassing dat ik op de lijst stond van ongeveer 40.000 mensen, die aan Interpol was overhandigd. Op een dag werd ik bij de leiding van de gevangenis geroepen. Ik dacht dat de zittingsdatum van mijn zaak vervroegd was en ik kreeg hoop. Maar ik moest terechtstaan bij Interpol op Lesbos en zou uitgeleverd worden aan Turkije. Ik ben twee keer bij die rechtbank geweest. De hoofdtolk sprak geen Turks. We vroegen om een andere vertaler maar dat werd afgewezen. De rechtbank besloot me uit te wijzen naar Turkije. Ik zou eerst mijn straf in Griekenland moeten uitzitten en daarna zou ik naar Turkije worden gedeporteerd. We gingen in beroep bij de hogere rechtbank. Daar hebben we drie maanden opgewacht.

 

N.U.: Hoe werd de beslissing om jou naar Turkije uit te zetten in Griekenland ontvangen?

F: Mijn zaak stond op de agenda. Ik gaf vanuit de gevangenis interviews aan een aantal kranten. Hierna namen twee NGO's in Athene mijn zaak op zich. Zij werden mijn advocaten en betaalden mijn proceskosten. Mijn laatste hoorzitting was op Syros (een eiland in de Egeïsche Zee). Mijn familie en de politieke beweging waarvan ik deel uitmaak, hebben me veel steun gegeven. Ik had ook vrienden in Griekenland. Goede advocaten hebben mijn zaak behartigd en het is me gelukt om mijn onschuld te bewijzen. Een afgevaardigde van de HDP kwam naar de rechtszaal, evenals een jurist uit Athene. En ook mijn zus legde weer een getuigenis af. De rechtszaal zat vol met mensen die mij ondersteunden. Toen ze van de zaak hoorden, begon een linkse groepering op Syros verdedigingscampagne. Ze schreven mijn naam op een enorm spandoek aan de deur van de rechtbank en vulden de zaal met mensen. Ik zag het spandoek op de dag van de rechtszaak; ik wist er niets van. Jonge mensen die ik niet kende ondersteunden me in de rechtszaal. Het heeft me heel erg aangegrepen Als de rechter zacht sprak, zeiden die jonge mensen: “We kunnen het niet horen!” en ze schreeuwden. Dankzij al deze steun was ik in staat om mijn onschuld te bewijzen. Na 13 maanden in de gevangenis kwam ik in Athene aan.

 

N.U.: Hoe zou je de rechtsgang in Griekenland voor migranten beoordelen?

F: Migranten kunnen hun problemen niet uitleggen De tolken zijn erg slecht en migranten kunnen niet eens contact opnemen met hun advocaten. Als je geen aanvullend bewijs aanlevert bij de rechtbank, zal de onderzoeksrechter de zaak sluiten en wordt er een nieuwe rechtskamer aangesteld. Dus niemand begrijpt jouw zaak werkelijk. Het wordt in één enkele zitting besloten, heel snel. Ze nemen besluiten op grond van de uitspraken van de eerdere aanklager en rechter zonder jou ooit te zien. En zelfs als ze je zien, dan stellen ze geen enkele vraag. De hoorzitting neemt slechts vijf à tien minuten in beslag.

 

N.U.: Je woont nu drie jaar in Athene, hoe is je leven hier?

F: Dankzij mijn Griekse vrienden heb ik een fijne kring om mij heen in Athene. Ik ben in contact gekomen met politieke vluchtelingen uit Turkije, en met Griekse communistische en anarchistische groepen. Ik ben van geen enkele groep lid, maar ik wil wel in verbinding blijven staan met de strijd. Een van de hoofdpunten op de agenda hier is de vluchtelingenproblematiek. Er wordt enorm veel moeite gedaan om de migranten te ondersteunen. Ik woon in de wijk Exarcheia, waar tijdens de staatsgreep de eerste opstanden uitbraken. Veel politieke groeperingen hebben hier nog steeds hun hoofdkwartier. Al is het in het centrum van de stad, het is toch een gebied waar 'anderen' kunnen wonen en waar vluchtelingen zich veilig voelen. Maar aan de andere kant worden er nu drugs gepusht. De misdaadcijfers in de wijk zijn in de afgelopen jaren gestegen. Natuurlijk wil de staat de vluchtelingen uit de binnenstad houden. De belangrijkste verkiezingsbeloften van regering van de Nieuwe Democratie was om vluchtelingen uit hun huidige woningen te verdrijven. Ze wonnen de verkiezingen met vreemdelingenhaat, met de slogan 'Wij zullen de vervuilde steden zuiveren'. Toen ze de verkiezingen hadden gewonnen, was Exarcheia de eerste plaats die ze aanvielen. Duizenden politieagenten gingen de wijk in. Ze ontruimden alle kraakpanden waar vluchtelingen woonden en verdreven de vluchtelingen langzaam uit de stad.

 

N.U.: Hoe was het verzet in de wijk tijdens de aanvallen?

F: Ik verwachtte dat de sterk anarchistische groepen serieus verzet zouden bieden. Maar de psychologische propaganda van de regering knaagde aan de kracht van het verzet. Gewoonlijk was er wekelijks een botsing tussen politie en massademonstraties in de wijk. Maar er was geen stevig antwoord op het politiegeweld. De angst die zich verspreidde, brak het verzet. De groepen die de vluchtelingen ondersteunden en de gebouwen bezetten, beschermden na de gedwongen ontruimingen de kraakpanden niet meer. De regering zette alleen nog maar meer politieagenten in en ook het geweld nam toe. Dit simpele plan werkte. Het studentenverzet op de universiteit is nu actiever. Het vermogen tot verzet laat in ieder land een golfbeweging zien. Soms wordt het routinematig. Soms neemt het af. Soms is er een explosie wanneer alles samen komt op hetzelfde moment, zoals bij het verzet in het Gezipark in Turkije. Gezi was geen beweging die door enige politieke organisatie georganiseerd of gestuurd kon worden. Als de staat geweld blijft gebruiken en vrijheid almaar blijft blokkeren, zal de maatschappij ook in Griekenland reageren. De sociale oppositie mag dan afgenomen zijn in Athene, maar dit betekent niet dat wij het werk dat gedaan is, kwijt zijn geraakt. Het sociale geweten zal reageren.

Vorige
Vorige

Mensenrechtenwaarneming door Palestijnen in Hebron

Volgende
Volgende

Dit portret is niet te koop