De moord op Himda’at Othman Darwish en de bezetting van Barmiza

Himda'at  Othman met kindje op arm
Autowrak geraak door Turkse bom

Een Turkse gevechtsvlieger lanceerde de bom die het lichaam van Himda’at Othman en het leven van zijn nabestaanden verscheurde. Himda’at Othman was geen vechter. Hij was begin twintig, de oudste zoon van Othman Darwish en Jawhar Abdullah, met een jong gezin. Hij werkte hard om de kost te verdienen door handel te drijven tussen de delen van Koerdistan die door verschillende partijen worden bestuurd.

Himda’at was op weg naar huis in zijn dorp Barmiza, veertig minuten van de grens tussen Irak en Turkije, die dwars door Koerdistan loopt, toen hij werd geraakt. De weg die hij gebruikte wordt regelmatig gebruikt door de lokale bevolking om hun akkers te bereiken. “Er waren andere auto’s op de weg, toen de bom op de zijne viel. Wij begrijpen niet waarom…”Vertelt Othman Darwish, aan het CPT-team.

Het is voor de dorpelingen niet zeldzaam om Turkse gevechtsvliegtuigen te zien, of de echo te horen van een bom die in de verte op de bergen ontploft. De bergen rond Barmiza zijn een van de vele fronten in de strijd tussen de PKK en het Turkse leger. Terwijl de PKK een guerillastrijd voert en politiek opkomt voor de rechten van de Koerden in Turkije, valt het Turkse leger, gewapend met drones, grondtroepen en gevechtsvliegtuigen, niet alleen de gewapende strijders, maar ook ongewapende burgers, hun huizen, akkers, boomgaarden en vee aan.

De bevolking van Barmiza is sterk beinvloed door de bombardementen in het gebied. Het dorp, bestaande uit zo’n 250 huishoudens, leeft van landbouw en handel rond de grens. Barmiza is een groot dorp, groot geworden omdat veel dorpen in de omgeving eerder al onleefbaar werden vanwege de oorlog. De dorpelingen waren zich bewust dat in nabijgelegen dorpen eerder burgers waren omgekomen door Turkse bombardementen. Toch was de moord op Himda’at in de buurt van Barmiza, midden op de dag en uit de buurt van welke gewapende strijder dan ook, een schok voor de inwoners. Himda’at was geen gewapende strijder. Hij was gewoon een man, een vader, een zoon, een vriend.

Een maand na dit bombardement in december 2017, betraden Turkse soldaten het dorp. Een aantal bewoners heetten hen welkom en trakteerden op Dolma, een traditionele maaltijd die gedeeld word met respectabele gasten.

“Dit was erg pijnlijk voor ons. Zij die spioneren voor Turkije verwelkomden de moordenaars van mijn zoon en nodigden hen uit in onze moskee” Vertelt de vader van Himda’at, terwijk hij CPT’ers de moskee laat zien, onderaan de heuvel waar hij woont.

Dit bezoek was de start van een Turkse invasie van Iraaks-Koerdisch grondgebied dat nog steeds voortduurt. Barmiza is inmiddels weer verlaten, maar in haar omgeving staan steeds meer militaire bases, en de omgeving is verzadigd van nieuwe wegen die meer en meer zwaarbewapende soldaten aanvoeren. In juni 2018 stelde de Turkse premier dat het leger tot dertig kilometer over de grens was doorgedrongen.

Op 13 november 2018, een jaar na Himda’ats dood, bracht het team in Koerdistan een bezoek aan zijn ouders. Himda’ats vrouw en kind waren verhuisd naar het huis van haar ouders, buiten Barmiza. De familie vertelde CPT dat ze net buiten het dorp regelmatig getuige zijn van militaire operaties, waarbij ze dagelijks gevechtsvliegtuigen, helikopters en het afvuren van zware artillerie horen.

Himda’ats moeder nodigde het team uit om het graf van haar zoon te bezoeken. Hier rouwde een groep vrouwen, gekleed in het zwart om het leven van haar zoon onder rook van een Turkse militaire basis.

Terug bij het huis vertelde een ander familielid dat Turkijke inmiddels dertien militaire bases had gebouwd rondom Barmiza. Een voor een wees hij ze aan “Barmiza is een gevangenis. We kunnen onze akkers en ons vee niet meer verzorgen. Ons land is onbereikbaar.” Himda’at vader wees naar een kudde koeien 400 meter buiten het dorp. “Dat is hoe ver we kunnen gaan. Als we verder gaan, schieten de Turkse soldaten op ons.” Hij wordt aangevuld door een familielid “De enige weg het dorp uit, is de weg waarop jullie kwamen. Veel families hebben hun huizen in Barmiza inmiddels verlaten en velen zullen binnenkort volgen.”

Bronnen vertellen CPT dat het Turkse leger op zit moment meer dan 110 Iraaks-Koerdische dorpen bezet. Exacte cijfers zijn niet beschikbaar, maar CPT schat in dat meer dan 400 dorpen op dit moment bedreigd worden door de Turkse beschietingen en bombardementen.

Vorige
Vorige

Meer dan 500 reacties leveren resultaat op voor El Guayabo

Volgende
Volgende

Sluiting IPS-project