Bezoek van Netanyahu ontregelt het leven in Hebron
Op 4 september bezocht de Israëlische premier Netanyahu de Ibrahimi moskee in de oude stad van Hebron. Dit ging gepaard met vergaande beperkingen voor de Palestijnse bevolking.
In de week voor de ceremonie, ter herinnering aan het bloedbad dat in 1929 plaatsvond, en aanleiding gaf voor de Britse autoriteiten om de Joodse gemeenschap uit het gebied te evacueren, begon de spanning op te lopen. Hoewel Netanyahu’s aanwezigheid waarschijnlijk was, was het pas officieel bekend toen op de website van de illegale nederzettingen in Hebron, werd aangekondigd dat niet alleen Netanyahu, maar ook de Israëlische president Reuven Rivlin en parlementslid Yuli Edelstein een bezoek zouden brengen.
Voorafgaand aan 4 september begon de militaire activiteit rondom de moskee aanzienlijk toe te nemen. Ook in de rest van de oude stad vonden meer militaire patrouilles en staande houdingen plaats. In de straten rondom de moskee werden verrijdbare wegblokkades geïnstalleerd en meerdere tenten geplaatst. Dit zou zijn ter voorbereiding op de ontvangst van de kolonisten en bezoekers aan de ceremonie.
Op de dag van het bezoek was de stad vrijwel volledig afgesloten. Het Israëlische leger blokkeerde de toegang tot het checkpoint bij de moskee, en ook checkpoints Salaymeh en Qitoun waren die middag gesloten. Om de studenten een kans te bieden zonder geweld van leger of kolonisten thuis te komen, sloten alle scholen in die regio eerder.
Na 11.30 uur werden geen moslims meer toegelaten in de Ibrahimi moskee en vanaf 4 uur waren geen voertuigen meer toegestaan op de weg tussen Hebron en Kiryat Arba. Iets na 5 uur gaf Netanyahu zijn speech vanuit een door kolonisten voor de moskee neergezette tent.
Palestijnen demonstreerden gedurende de middag en avond op de Bab az-Zawiya kruising, die ongeveer een halve kilometer binnen het door de Palestijnse autoriteiten gecontroleerde deel van Hebron (H1) ligt.
Vanuit het Tel Rumeida Checkpoint kwamen regelmatig Israëlische soldaten het gebied in. Tijdens een van deze invallen lieten ze meerdere Palestijnse auto’s stoppen, eisten de sleutels op, en plaatsten deze op het dak van de auto, terwijl de chauffeur en passagiers moesten blijven zitten. Hiermee zettten zij dus effectief de Palestijnen en hun auto’s in als schild voor hun bezetting van Bab az-Zawiya. Één soldaat schoot met scherp in de lucht als waarschuwing voor de demonstranten. Daarnaast werd ook met sponskogels geschoten – door het Israëlische leger aangemerkt als niet dodelijk, hoewel er door de inzet hiervan al doden zijn gevallen, met name bij gebruik op korte afstand. Gelukkig werd er deze keer niemand geraakt. Twee demonstranten, 19 en 21 jarige Palestijnse mannen, werden die avond gearresteerd.
De aanwezigheid van Nethanyahu in de oude stad en de grootschalige detentie en beperking van bewegingsvrijheid die het Israëlische leger oplegde, laten zien dat Israël Hebron beschouwt als Israëlische stad, en zich niets aantrekt van de gevolgen van die aanname voor de daar wonende Palestijnen.